Aanpak arbeidsveiligheid

Arbeidshygiënische aanpak
Bepaalde risico’s leiden binnen de contractcatering relatief vaak tot een ongeval. Het gaat om de onderwerpen verbranden, snijden en uitglijden. Om ongevallen en letsel te voorkomen is het van belang om de risico’s binnen een bedrijf of op een locatie allereerst goed in kaart te brengen door middel van de risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E). Pas als deze bekend zijn kunnen er gericht maatregelen worden getroffen om de gevolgen te minimaliseren. Deze maatregelen kunnen op verschillende niveaus plaatsvinden, waarbij het verplicht is om te kiezen voor maatregelen van een zo hoog mogelijk niveau.
Dit wordt de arbeidshygiënische strategie genoemd. Een combinatie van maatregelen is toegestaan.

De arbeidshygiënische strategie kent vier niveaus:
De beste aanpak is het weghalen van het risico, ook wel de bronaanpak genoemd.
Hierbij wordt de oorzaak van het probleem helemaal weggehaald. Voorbeelden zijn geen open vuur gebruiken of voorgesneden groenten kopen.

Wanneer er geen geschikte bronaanpak mogelijk is, dan is de volgende beste oplossing een collectieve maatregel om het risico te reduceren. Dit houdt in dat het bescherming biedt aan alle of een groot deel van de mensen die aanwezig zijn. Het afschermen van gevaarlijke situaties is hier een voorbeeld van.

Alleen wanneer deze maatregelen niet mogelijk zijn of niet toereikend zijn worden individuele maatregelen toegepast. De individuele werknemer wordt daarbij beschermd. Denk aan het beperken van het aantal mensen dat aanwezig is in een gevaarlijke situatie of het beperken van de blootstellingstijd.

Persoonlijke beschermingsmiddelen
Als de bovenste drie maatregelen geen effect hebben, dan worden persoonlijke beschermingsmiddelen toegepast, zoals snijbeschermende handschoenen. Beheersmaatregelen die binnen de arbeidshygiënische strategie vallen, richten zich op het voorkomen van ongewenste situaties. In de arbocatalogus zijn ook repressieve maatregelen toegevoegd. Dit zijn maatregelen die gericht zijn op het beperken van het letsel nadat de ongewenste situatie zich heeft voorgedaan, zoals EHBO- en brandbestrijdingsmiddelen.

Wat zegt de Arbowet?
In de Arbowet staat dat de werkgever zorg draagt voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en een beleid dat gericht is op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. De mogelijke gevaren en risico’s moeten zijn geïnventariseerd (RI&E) en zoveel mogelijk voorkomen of beperkt worden, door het nemen van maatregelen aan de bron en indien dit niet mogelijk is door maatregelen gericht op collectieve bescherming of individuele bescherming alvorens persoonlijke bescherming in te zetten. Maatregelen staan in het plan van aanpak. Werknemers moeten op de hoogte zijn van de arbeidsrisico’s die zij lopen onder andere door toegang tot de RI&E. Daarnaast dienen de inrichting van de arbeidsplaatsen, de werkmethoden en de arbeidsmiddelen zo veel mogelijk afgestemd te zijn op de persoonlijke eigenschappen van de werknemer.

Verbranden

Bij het bereiden van voedsel wordt veelvuldig gebruik gemaakt van hittebronnen, met
name fornuis, friteuses, ovens/steamers, gelpotten, koffieketels en warmhoudplaten/hotpots. Deze hittebronnen en de bereide producten veroorzaken brandwonden of brand.

Maatregel 1.1 Gebruik geen open vuur

Beschrijving

Bereid maaltijden op een inductieplaat of elektrische kookplaat, zodat geen open vuur (zoals bij koken op gas) wordt gebruikt. Gebruik geen gelpotten.

Effect

Het direct branden aan de vlam is niet meer mogelijk. Ook is de kans op het ontbranden van kleding en ander brandbaar materiaal geminimaliseerd.

Maatregel 1.2 Zet hittebron op juiste plaats

Beschrijving

Belangrijk is dat de medewerker zich niet bezeert aan de hittebron.
Plaats daarom de hittebron op een veilige plaats en een goede
werkhoogte.

  • Zorg ervoor dat er bij nieuwbouw of verbouw 120 cm of meer
    beweegruimte is rondom kook-, bak- en frituurwerkplekken.
    Bestaande werkplekken worden waar mogelijk aangepast. Als
    dit op de locatie niet mogelijk is, dan is 80 cm het absolute minimum, waarbij geen andere medewerkers mogen passeren.
    Achterlangs passeren mag alleen als er minimaal 120 cm ruimte
    rondom deze werkplekken aanwezig is.
  • Plaats de hittebron op een goede werkhoogte: dit is tussen de
    85 en 100 cm.
  • Plaats de hittebron op een stevige en stabiele ondergrond.
  • Plaats een frituurvoorziening op minimaal een meter afstand
    van watervoorzieningen.
  • Scherm werkplekken waar sprake kan zijn van hete spetters af
    van andere werkplekken.

Effect

Een veilige plaats en een juiste hoogte van de hittebron verlagen het risico op verbranden.

Maatregel 1.3 Zorg voor structurele keuring/inspecties aan apparatuur

Beschrijving

Sluit voor alle apparatuur met hete onderdelen of inhoud (ovens, frituur, warmhoudplaten, et cetera) een contract af met een interne (bijvoorbeeld TD) of externe partij, zodat deze periodiek worden gekeurd. De frequentie van de keuringen is minimaal jaarlijks en wordt bepaald in overleg met de onderhoudspartij, waarbij de inhoud van de RI&E wordt meegenomen.

  • Laat bij twijfel over het optimaal functioneren van een apparaat direct een inspectie uitvoeren door de leverancier of door de technische dienst.
  • Laat bij de periodieke keuring ook beveiligingen controleren, zoals de afscherming van hete delen, het functioneren van waarschuwingssignalen en de aanwezigheid van signalering (stickers).
  • Gebruik keuringsstickers zodat iedereen kan zien wanneer de laatste keuring van een apparaat heeft plaatsgevonden of wanneer de volgende keuring uitgevoerd moet worden.

Effect

Aantoonbaar gecontroleerde apparatuur verlaagt de kans op verwondingen door verbranden of elektrocutie/kortsluiting.

Maatregel 1.4 Plaats veiligheidssignalering op hittebronnen

Beschrijving

Plaats veiligheidssignalering (bijvoorbeeld stickers) indien niet aanwezig als waarschuwing tegen verbranden en gebruik hittebronnen met indicatorlampjes zodat medewerkers kunnen zien dat deze aanstaat.

Effect

Doordat zichtbaar is dat een hittebron aanwezig is of aan staat zal de medewerker zich minder snel branden aan de hittebron.

Maatregel 1.5 Werk snoeren weg

Beschrijving

Werk snoeren waarover men kan struikelen of achter kan blijven haken weg. Bijvoorbeeld door ze onder werkoppervlakken
te laten lopen of door ze vast te maken aan het werkoppervlak of onder oppervlakken.

Effect

Door het wegwerken van snoeren zal de medewerker minder snel struikelen/vallen of blijven haken, waarbij een hittebron kan vallen
of waardoor de persoon in contact komt met hete delen of hete vloeistof.

Maatregel 1.6 Geef instructies over veilig werken met hittebronnen

Beschrijving

Geef minimaal jaarlijks instructies aan medewerkers over veilig gebruik van machines en middelen die heet worden, zodat deze op de
juiste wijze gebruikt worden. De instructies bevatten minimaal de volgende punten:

  • Wees bewust van het klots- en botsgevaar bij het vervoer van
    hete vloeistoffen. Vul pannen/potten nooit te vol als ze verplaatst moeten worden, gebruik een deksel en zorg voor een
    rustige gelijkmatige snelheid.
  • Wees bewust van het risico van te heet geserveerde gerechten.
    Houd de temperatuur onder het kookpunt.
  • Laat werkende apparatuur niet onbeheerd achter.
  • Controleer of er een lampje brandt als het apparaat in werking
    is.
  • Lees de gebruiksaanwijzing en veiligheidsvoorschriften voordat
    je met de apparatuur gaat werken.
  • Gebruik nooit apparatuur waarvoor je niet getraind bent.
  • Pas nooit verlengkabels toe op elektrische kookapparaten.
  • Draag geen loszittende kleding.

Effect

Door instructies wordt voorkomen dat medewerkers verkeerd omgaan met apparatuur en/of hulpmiddelen. Er ontstaan veiligere
werksituaties en een lager risico op verbranding.

Maatregel 1.7 Plaats werkinstructies bij apparatuur

Beschrijving

  • Plaats werkinstructies op een goed zichtbare plaats bij apparatuur die heet wordt, zowel over veilig gebruik als over veilig
    schoonmaken van de apparatuur.
  • Gebruik bij voorkeur foto’s, plaatjes, iconen en korte, bondige en begrijpelijke zinnen.
  • Instrueer medewerkers dat zij alleen met apparatuur mogen werken als zij daarvoor geïnstrueerd zijn

Effect

Medewerkers worden eraan herinnerd dat gebruik van de apparatuur risico’s met zich mee kan brengen én hoe zij de apparatuur
moeten gebruiken zodat hun werk veiliger wordt.

Maatregel 1.8 Vervang frituurvet op een juiste manier

Beschrijving

  • Schakel de apparatuur uit en laat het vet voor het aftappen afkoelen tot een maximale temperatuur van 45ºC (Meet dit bij twijfel met een thermometer).
  • Vang het vet op in een RVS-emmer met draaghendel en vul deze maximaal tot twee derde.
  • Maak de vloer direct schoon bij lekken en morsen.
  • Vervoer de emmer eventueel op een stabiele, goed rijdende kar en zet de emmer vast wanneer deze kan verschuiven.
  • Kies bij vervanging voor een systeem waarbij vet vervangen veilig kan bijv. een vetpomp of een ingebouwd vetfiltersysteem.

Effect

Voorkomen van brandwonden door veilig vervangen van vetten. Overigens vermindert deze maatregel ook de kans op knoeien en
daarmee op uitglijden.

Maatregel 1.9 Gebruik hulpmiddelen ter voorkoming van verbranden

Beschrijving

Het aanraken van hete voedingsmiddelen of van warm/heet servies
kan tot verbrandingen leiden.

  • Gebruik hulpmiddelen, zoals serveertangen, ovenwanten en onderplaten om de warme/hete voedingsmiddelen en voorwerpen
    te pakken.
  • Bedek de onderarmen, bijvoorbeeld door lange ovenwanten of kleding met lange mouwen.
  • Gebruik nooit een theedoek bij het oppakken van pannen van open vuur.

Effect

Voorkomen van brandwonden door aanraking met heet voedsel en heet servies.

Maatregel 1.10 Draag brandvertragende kleding bij werken met open vuur

Beschrijving

Brand kan zich via kleding en synthetische stoffen (bijvoorbeeld tafelkleden) makkelijk en snel uitbreiden bij het werken met open
vuur. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken.

  • Schaf brandvertragende kleding aan voor de medewerkers.
    Randvoorwaarden:
  • Bij wijdvallende kleding kan het vuur zich razendsnel verspreiden, kies daarom dus liever nauwsluitende kleding

Effect

Brandvertragende of brandwerende kleding beschermt tegen vonken en vlammen en verlaagt hiermee het risico op uitbreiden van
de brand en op ernstige brandwonden.

Maatregel 1.11 Voorzie de keuken van een handblusser

Beschrijving

Brand kan snel om zich heen grijpen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
Randvoorwaarden:

  • Voorzie de keuken daarom minimaal van één handblusser die geschikt is voor het blussen van de apparatuur die aanwezig is
    in de keuken en de situaties die in de keuken kunnen ontstaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om blussen van elektrische apparatuur, vlam in de pan en frituurvet.
  • Win advies in van een gespecialiseerd bedrijf om te bepalen welke handblusser geschikt is voor een bepaalde keuken.
  • Hang een blusinstructie bij de handblusser.
  • Plaats een pictogram van een brandblusser, zodat de plek van de blusser goed zichtbaar is.
  • Zorg dat de blusser altijd bereikbaar is.
  • Laat de blussers minimaal eens per twee jaar controleren en onderhouden.
  • Train in ieder geval alle BHV-ers in het gebruik van de blusmiddelen. Het is aan te raden om al het keukenpersoneel hierin te
    trainen.

Effect

Hoe sneller een brand geblust wordt, hoe kleiner de kans op uitbreiding van de brand en op ernstige brandwonden.
Het gebruik van het juiste soort blusser voorkomt onnodig letsel.

Maatregel 1.12 Geef instructies over het behandelen van brandwonden

Beschrijving

Geef periodiek instructies aan medewerkers over hoe te handelen in geval van een brandwond. De instructies bevatten minimaal de
volgende adviezen van Brandweer Nederland:

  • Koel de wond direct met water (minimaal 10 minuten).
  • Verwijder tijdens het koelen kleding en sieraden.
  • Bedek na het koelen de wond met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek.
  • Waarschuw een dokter bij blaren, een open wond en bij elektrisch/chemisch letsel.

Effect

Door instructies wordt voorkomen dat medewerkers verkeerd omgaan met verbrandingswonden. Door snelle en juiste behandeling
blijft de schade zo beperkt mogelijk.

Snijden

Bij het bereiden van voedsel werken medewerkers vaak met snijmachines, snijgereedschappen of scherpe materialen. Hierbij loopt men het risico zich te snijden. Het gaat hier vaak om snijden aan een mes tijdens snijdwerkzaamheden, aan een snijmachine tijdens gebruik of schoonmaken, aan blik bij het openen en legen van conservenblik en aan (glas)scherven bij oprapen van glas of serviesgoed. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn, maar blijven meestal beperkt tot een pleister plakken. In de contractcatering worden geen activiteiten uitgevoerd met hoog snij- en steekrisico, zoals het uitbenen van vlees.

Maatregel 2.1 Koop voorgesneden etenswaren

Beschrijving

Bij vaak snijden van etenswaar is er een risico op verwonding door snijden. Daarnaast is het snijden van grote hoeveelheden fysiek
belastend werk en kost het veel tijd.

  • Laat leveranciers etenswaar gesneden aanleveren.

Effect

Minder snijden verlaagt het risico op snijwonden.

Maatregel 2.2 Zorg voor een geschikte snijwerkplek

Beschrijving

  • Zorg ervoor dat bij nieuwbouw of verbouw 120 cm of meer beweegruimte aanwezig is rondom werkplekken waar snijwerkzaamheden worden uitgevoerd. Bestaande werkplekken worden zo mogelijk aangepast. Als dit op de locatie niet mogelijk is, dan is 80 cm het absolute minimum, waarbij geen andere medewerkers mogen passeren. Achterlangs passeren mag alleen als er minimaal 120 cm ruimte rondom deze werkplekken aanwezig is.
  • Zorg dat het verlichtingsniveau op de werkplek minimaal 500 lux is.
  • Zorg voor een werkplek met zo min mogelijk kans op afleiding, zodat concentreren op het werk mogelijk blijft.

Effect

Een geschikte snijwerkplek creëert een veilige werkomgeving en verlaagt het risico op verwondingen.

Maatregel 2.3 Gebruik breekbare spullen veilig

Beschrijving

  • Plaats breekbare spullen op een goed bereikbare plaats onder
    schouderhoogte, zodat de medewerker er goed bij kan.
  • Houd breekbare spullen zoveel mogelijk vast met schone (vetvrije) en droge handen. Grote en zware spullen dienen met
    twee handen vastgehouden worden.
  • Wanneer de medewerker een trap op/af moet lopen met breekbare spullen is het van belang dat hij/zij met één hand de trapleuning vasthoudt om vallen te voorkomen. Dit betekent dat de hoeveelheid te tillen materiaal beperkt is.
  • Houd de vloer schoon en droog zodat de medewerker minder snel uitglijdt.

Effect

Voorkomen van breuk en scherven vermindert de kans op snijverwondingen.

Maatregel 2.4 Gebruik messen met ergonomisch handvat

Beschrijving

Een kwalitatief goed mes heeft een ergonomisch handvat. Het ergonomische ontwerp van het snijgereedschap voorkomt ongunstige
standen van de handen, polsen en armen en zorgt voor een gunstige krachtoverbrenging. De volgende eisen gelden:

  • De lengte van het handvat is minimaal 128 mm, zodat het gereedschap geschikt is voor 99% van de medewerkers.
  • De vormgeving van het handvat moet aansluiten bij de vorm en afmetingen van de hand. Het mes heeft bij voorkeur een veiligheidsheft. Dit voorkomt dat de hand, bij kracht zetten of bij een glad heft, over het heft heen schiet
  • De vormgeving moet geschikt zijn voor de uit te voeren bewerking.
  • Het contactvlak tussen hand en gereedschap dient zo groot mogelijk te zijn.
  • De materiaalsoort: licht indrukbaar materiaal (zoals rubber) kan helpen een betere drukverdeling tussen de hand en het handvat
    tot stand te brengen.

N.B. Een voldoende scherp mes voorkomt dat er veel kracht moet worden geleverd tijdens het snijden.

Effect

Een ergonomisch handvat snijdt gemakkelijker en lichter waardoor er minder kans is op verwondingen.

Maatregel 2.5 Bewaar messen op een veilige plaats

Beschrijving

  • Gebruik een messenblok, hang messen op aan een magneet (niet in de looproute) of gebruik een besteklade.
  • Zorg ervoor dat de medewerkers direct na gebruik de messen terug op hun plek plaatsen.

Effect

Minder snij-incidenten door rondslingerende messen en door onveilig opgeborgen messen.

Maatregel 2.6 Zorg voor structurele keuring/inspecties aan apparatuur

Beschrijving

  • Sluit voor alle apparatuur waar scherpe delen in zitten (blenders, snijmachines, staafmixers, et cetera) een contract af met
    een interne (bijvoorbeeld TD) of externe partij, zodat deze periodiek worden onderhouden en gekeurd. De frequentie van
    de keuringen wordt bepaald in overleg met de onderhoudspartij, waarbij de inhoud van de RI&E wordt meegenomen.
  • Laat bij twijfel over het optimaal functioneren van een apparaat direct een inspectie uitvoeren door de leverancier of door de
    technische dienst.
  • Laat bij de periodieke keuring ook beveiligingen controleren, zoals de afscherming van ronddraaiende delen, het functioneren
    van waarschuwingssignalen en de aanwezigheid van signalering (stickers).
  • Door gebruik te maken van keuringsstickers kan iedereen in een oogopslag zien wanneer de laatste keuring van een apparaat heeft plaatsgevonden of wanneer de volgende keuring uitgevoerd moet worden. Op die manier wordt er nooit meer een
    keuring vergeten.

Effect

Aantoonbaar gecontroleerde apparatuur verlaagt de kans op verwondingen door snijden.

Maatregel 2.7 Geef instructies over veilig snijden

Beschrijving

  • Geef werkinstructies over veilig werken met messen en snijmachines. Deze instructies dienen op de werkplek plaats te vinden.
    Herhaal de instructies jaarlijks.
  • Maak een papieren instructie als naslagwerk. Gebruik bij voorkeur foto’s, plaatjes, iconen en korte, bondige en begrijpelijke
    zinnen.
  • Verstrek eveneens instructies over het afwassen en veilig aanzetten van messen en over veilig schoonmaken van snijmachines.
  • Geef als leidinggevende het juiste voorbeeld en motiveer medewerkers veilig te werken.

Effect

Instructies wordt voorkomen dat medewerkers verkeerd omgaan met apparatuur en/of hulpmiddelen. Er ontstaan veiligere
werksituaties en een lager risico op snij-incidenten.

Maatregel 2.8 Gebruik het juiste mes

Beschrijving

  • Werken met een goed scherp mes kost minder kracht en verkleint de kans op wegschieten. Een vlijmscherp mes zorgt echter ook voor andere risico’s, zoals diepere snijwonden.
  • Meld gebruikers wanneer de messen geslepen zijn.
  • Om te voorkomen dat het mes wegschiet, is het belangrijk om het juiste mes voor de verschillende werkzaamheden te
    gebruiken. Dat wil zeggen, een broodmes voor het snijden van brood(jes), een vleesmes voor het snijden van vlees etc.

Effect

Beter snijresultaat en vermindering van snijden in hand en vingers.

Maatregel 2.9 Werk veilig met snijmachines

Beschrijving

  • Volg bij gebruik de instructies en gebruiksaanwijzing van het (snij-) apparaat.
  • Gebruik een bij de machine geleverde greep om de producten tegen het snijblad te klemmen.
  • Haal bij de reiniging altijd de stekker uit het stopcontact. Reinig nooit een (snij-)apparaat terwijl dit in werking is.
  • Draag snijbeschermende handschoenen bij het reinigen van het snijblad.
  • Werk geconcentreerd en voorkom afleiding.

Effect

Veilig gebruik van snijgereedschap en -apparaat vermindert de kans op snij-incidenten.

Maatregel 2.10 Gooi scherpe voorwerpen veilig weg

Beschrijving

  • Veeg scherven op met een bezem en stoffer en blik.
  • Maak de vloer goed schoon zodat alle scherven opgeruimd zijn.
  • Zorg dat er een aparte bak is voor scherven en conservenblik. Pak scherven goed in bij het definitief wegwerpen om verwondingen bij het aandrukken te voorkomen.
  • Maak gebruik van blikopeners die geen scherpe randen geven.

Effect

Door scherpe voorwerpen veilig op te ruimen is het risico op snijverwondingen kleiner.

Maatregel 2.11 Gebruik snijvaste handschoenen

Beschrijving

  • Schaf voor de medewerkers snijbeschermende handschoenen aan. Dit is een dunne comfortabele handschoen die een hoge
    snij- weerstand heeft. De handschoen is bedoeld voor de nietsnijdende hand. De oplossing is geschikt bij alle snijactiviteiten.
  • Maak bij de keuze voor aanschaf van een bepaald soort handschoen een afweging tussen de eisen aan draagcomfort, tastgevoel en greepvastheid enerzijds en de eis van optimale bescherming anderzijds.
  • Zorg ervoor dat de medewerkers over de voor hen juiste maat handschoen beschikken.
  • Draag één handschoen, alleen aan de niet-snijdende hand.
  • Zorg dat medewerkers gebruiksinstructies krijgen.

Effect

Minder kans op snijwonden

Uitglijden

Is een vloer te glad dan kan een medewerker hierover uitglijden en zich bezeren. Een vloer kan glad zijn door het materiaal waarvan hij is gemaakt of omdat hij nat of vet is.

Ook grote en abrupte verschillen in de ruwheid van het oppervlak vergroten de kans op uitglijden.

Maatregel 3.1 Zorg voor vlakke en slipvaste vloeren

Beschrijving

  • Zorg ervoor dat de vloeren zo veel mogelijk vrij zijn van oneffenheden en gevaarlijke hellingen om uitglijden en vallen te voorkomen.
  • Borg dat de vloer voldoende stroef is (R≥11). Laat bij twijfel de slipweerstand van de vloer meten om te beoordelen of de vloer veilig is. Als de vloer niet veilig is, behandel dan de vloer met
    een speciaal antislipmiddel of plaats een antislipmat/antislipstroken.
  • Benadruk hoogteverschillen zoals drempels visueel door markeringen met kleuren of patronen.

Effect

Een vloer met een voldoende hoge slipweerstand en zonder oneffenheden voorkomt uitglijden of struikelen.

Maatregel 3.2 Gebruik de juiste schoonmaakmiddelen en – machines

Beschrijving

  • Gebruik de voorgeschreven schoonmaakmiddelen voor de vloer. Gebruik de juiste dosering.
  • Reinig de vloer bij voorkeur machinaal met een machine die de vloer schrobt en zuigt. Hiermee blijven er geen zeepresten achter.

Effect

Gebruik van de juiste schoonmaakmiddelen en -machines voorkomt uitglijden.

Maatregel 3.3 Houd vloeren continu schoon

Beschrijving

  • Houd vloeren continu schoon. Maak de vloer direct schoon nadat etensresten op de vloer gevallen zijn. Doseer schoonmaakmiddelen juist en spoel goed na. Droog eventueel na.
Maatregel 3.4 Houd koel- en vriescellen schoon

Beschrijving

  • Voorkom vervuiling en aanvriezing van de vloer in koel- en vriescellen door geknoeid product direct op te ruimen en cellen opgeruimd te houden. Hierdoor wordt de kans op vallen kleiner en daarmee de kans dat iemand ongemerkt in de koel- of vriescel ligt na een ongeval.
  • Controleren afsluiting van de celdeur op ijsvorming en gladheid.

Effect

Door de vloeren van koel- en vriescellen schoon en opgeruimd te houden, verkleint de kans op vallen, struikelen en uitglijden en daarmee de kans dat iemand langdurig in de koel- of vriescel ligt. Langdurig verblijf kan leiden tot onderkoeling.

Maatregel 3.5 Gebruik veiligheidsmarkeringen bij natte vloer

Beschrijving

  • Markeer gevaar voor uitglijden. Maak gebruik van veiligheidsmarkeringen (signing) wanneer de vloer nat schoongemaakt is

Effect

Door gebruik van veiligheidsmarkeringen zijn medewerkers oplettend en voorzichtiger. Dit vermindert het risico op uitglijden.

Dit artikel hoort bij de volgende categorieën:

Delen via: